zwerffiets

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwerf·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerffiets zwerffietsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwerffietsv / m

  1. een fiets die door de eigenaar is achtergelaten zonder weer te worden opgehaald
     Manager Steven Uitentuis denkt juist het tegenovergestelde. ,,Doordat er aan elk van onze fietsen een abonnement is gekoppeld, is er geen sprake meer van een zwerffiets.” En voor wie denkt elke dag een nieuwe Swapfiets te kunnen krijgen, heeft de organisatie iets bedacht. Bij diefstal betaalt de huurder 40 euro, stond de fiets niet dubbel op slot komt daar 60 euro bovenop. "En we doen altijd aangifte bij de politie."[1]
     Rotterdam geeft aanbieders van deelfietsen tot 1 augustus de tijd om hun zaakjes op orde te krijgen. De gemeente eist van bedrijven als Obike en Mobike dat ze zich aan de afspraken houden over locaties, zwerffietsen en fout geparkeerde tweewielers. Doen ze dat niet, dan geeft Rotterdam de bedrijven een rode kaart en moeten de aanbieders stoppen. „Het is de gemeente menens.”[2]
     Volgens ProRail is 20 procent van de fietsen in de stalling een ‘zwerffiets’ die door de eigenaar is achtergelaten, terwijl die stallingen alleen bedoeld zijn voor treinreizigers. De proef duurt een half jaar.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Mandy de Jong
    “Abonnementsfiets rijdt straks ook in Enschede” (18-08-2017), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Rotterdam: ultimatum voor deelfietsaanbieders” (06 feb. 2018), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron “Fietsen bij station Utrecht CS na 2 weken weg” (25-03-2011), Reformatorisch Dagblad