zwangerschapverlof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwan·ger·schap·ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwangerschapverlof zwangerschapverloven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwangerschapverlofo

  1. periode vóór de vermoedelijke datum van de bevalling dat een zwangere niet hoeft te werken
     Dijksma is sinds 1994 Kamerlid, afgewisseld met het staatssecretariaat van Onderwijs. Momenteel is ze met zwangerschapverlof.[1]
     Op haar 21e werd ze ook nog eens per ongeluk door haar rug geschoten, waardoor ze verlamd in een rolstoel belandde. Daar herstelde ze uiteindelijk van, maar in 2014 raakte Nina maandenlang in een uitzichtloos coma. Haar ogen gingen pas weer open nadat Marly's zwangerschapverlof er op zat.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Dijksma voorgedragen als burgemeester” (20-02-2012), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Jeff Willemsen
    “GTST: de lappenmand van soapland” (20-04-2017), Tubantia