zwalp
Uiterlijk
- zwalp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwalp | zwalpen |
verkleinwoord | zwalpje | zwalpjes |
de zwalp m
- overslaande golf, golvende hoeveelheid water
- Plotseling was er die zwalp en waren we kleddernat.
- (waterbeheer) zware (houten) balk in een sluisvloer om deze te beschermen tegen tegen opdrukken
vervoeging van |
---|
zwalpen |
zwalp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwalpen
- Ik zwalp.
- gebiedende wijs van zwalpen
- Zwalp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwalpen
- Zwalp je?
- Het woord zwalp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwalp" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be