zuigvis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zuig·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zuigen ww en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuigvis | zuigvissen |
verkleinwoord | zuigvisje | zuigvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de zuigvis m
- Remora remora vissen met een zuignap waarmee ze zich aan andere vissen of voorwerpen kunnen vastzuigen
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuigvis" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be