zorgtoerist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgtoerist zorgtoeristen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zorgtoeristm

  1. persoon die een reismaakt naar een ander land om daar een medische behandeling te krijgen
     De sector maakt financieel zware tijden door. Zorgtoeristen zouden een interessante nieuwe bron van inkomsten kunnen vormen. Het zou bovendien de efficiency van de ziekenhuizen ten goede kunnen komen omdat de lege plekken zo kunnen worden opgevuld.[1]


Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 augustus 2023 Weblink bron “Ziekenhuizen willen zorgtoerisme” (Vrijdag 1 augustus 2014, 06:03), NOS