zitcomfort

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zitcomfort    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zit·com·fort

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zitten ww  en  comfort zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zitcomfort
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zitcomfort o

1. de mate waarin het prettig is ergens in- of op iets te zitten

   ▸ Agenten hadden te weinig ruimte voorin de auto, zeker als ze hun dienstwapen en veiligheidsvesten droegen. Dat kwam vooral door het forse middenconsole, dat nu wordt vervangen door een kleiner formaat waardoor het zitcomfort stukken beter wordt.

   ▸ Het oordeel van de reiziger op zitcomfort weegt zwaar bij de definitieve keuze, stelt de NS. Maar daarnaast kijkt het bedrijf ook naar aspecten als ergonomie, duurzaamheid, veiligheid en onderhoud. De nummers 1 en 2 kregen van de reizigers ongeveer evenveel stemmen. Welke stoel uiteindelijk wordt gekozen, wordt bekendgemaakt bij het definitieve ontwerp van de trein.

Gangbaarheid

• Het woord zitcomfort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.