ziektestof
Uiterlijk
- Geluid: ziektestof (hulp, bestand)
- ziek·te·stof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziektestof | ziektestoffen |
verkleinwoord |
- iets waar men ziek van kan worden
- ▸ De talloze andere aspecten van het allerzoetst madonnaatje, de ruzies met de koning, de heibel rond de protestants-christelijke 'Aprilbeweging' (door Thorbecke hautain afgedaan als de 'nagisting eener oude ziektestof'), of de liberale dadendrang na 1848 worden door Drentje natuurlijk niet helemaal genegeerd, maar ze raken bij deze dosering van de stof vanzelfsprekend in de knel, waardoor toch weer een enigszins geatrofieerde Thorbecke uit de biografie tevoorschijn komt.[2]
- Het woord ziektestof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “De denker die doener werd” (8 oktober), de Volkskrant