ziektebestrijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·be·strij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziektebestrijding ziektebestrijdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziektebestrijdingv

  1. (medisch) het terugdringen van een bepaalde aandoening of groep van aandoeningen
     Wie het nieuws volgt, denkt: De wereld is één grote puinhoop. Dat klopt dus niet hè. Heel veel dingen gaan in onze wereld historisch gezien steeds beter. Welvaart, ouder worden, ziektebestrijding, noem maar op. Ik zeg dat niet om het wereldleed te bagatelliseren, maar om het in een breder perspectief te plaatsen.[2]
     Het Centrum voor Ziektebestrijding en -Preventie schat dat er in het land jaarlijks tot 8.000 mensen gebeten worden door giftige slangen. Vijf à zes van hen overleven zo'n aanval niet.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Ton Voermans
    “'Geef mij nu je angst, ik geef je er hoop voor terug'” (6-04-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Selfiepoging met ratelslang loopt dramatisch af” (25 jul. 2015), Tubantia