ziekenhuissector
Uiterlijk
- zie·ken·huis·sec·tor
- samenstelling van ziekenhuis en sector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuissector | ziekenhuissectoren ziekenhuissectors |
verkleinwoord | ziekenhuissectortje | ziekenhuissectortjes |
de ziekenhuissector m
- in de economische wereld de sector van alle ziekenhuizen samen.
- De ziekenhuissector kreeg het in de bezuinigingen zwaar te verduren.
- Het woord ziekenhuissector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.