ziekenhuisfactuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·fac·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuisfactuur ziekenhuisfacturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenhuisfactuurv

  1. rekening die men ontvangt van een ziekenhuis na een ziekenhuis behandeling
     Op GoFundMe wordt nu geld ingezameld om de begrafeniskosten en de ziekenhuisfactuur van Heidi te betalen. In twee dagen tijd is het streefdoel van 50.000 dollar (45.000 euro) al bijna bereikt.[1]
     Europ Assistance betaalde ook meteen de ziekenhuisfactuur en de vliegtuigtickets.[2]
     Tientallen Nederlanders die vakantie hebben gevierd in Thailand hebben de afgelopen jaren valse ziekenhuisfacturen ingediend bij hun zorgverzekeraar. In totaal hebben vijf verzekeraars aan de bel getrokken. Vermoedelijk is er in totaal voor 130 duizend euro gefraudeerd.[3]
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Meisje van vier verliest in één klap haar hele familie” (10-01-2017), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “‘15.000 euro extra kwijt na horrorvakantie Egypte’” (17-11-2018), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Vakantie in Thailand op kosten zorgverzekeraar” (01 mrt. 2017), De Telegraaf