zetten gereed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetten gereed (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛtə(n) ɣəˈret / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zet·ten ge·reed
Woordherkomst en -opbouw
- uit zetten (werkwoord) en gereed (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gereedzetten |
zetten (…) gereed
- meervoud tegenwoordige tijd van gereedzetten
vervoeging van |
---|
gereedzetten |
zetten (…) gereed
- meervoud verleden tijd van gereedzetten
- Wij zetten gereed.
- Jullie zetten gereed.
- Zij zetten gereed.
- Wij zetten gereed.
Gangbaarheid
- Het woord zetten gereed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.