zelfverdedigingscursus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ver·de·di·gings·cur·sus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverdedigingscursus zelfverdedigingscursussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfverdedigingscursusm

  1. reeks lessen waarin men leert een aanval af te weren
     Vlaams Belang organiseert zelfverdedigingscursus voor vrouwen: Vlaams Belang start begin februari in Antwerpen een cursus zelfverdediging voor vrouwen. Dat melden Belgische media zondag.[1]
     Ze kan zich opeens akelig voelen als ze 's avonds alleen in de stadsbus zit met alleen maar vreemde mannen om zich heen. Ze vraagt vaker of mijn vrouw haar op komt halen. En ze is op een zelfverdedigingscursus gegaan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “24-01-16” (24-01-2016), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Eefje Oomen
    “Asielzoekers randden 18-jarige aan tijdens stapnacht” (11-01-2017), Tubantia