zedenslachtoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ze·den·slacht·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zede zn en slachtoffer zn met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zedenslachtoffer | zedenslachtoffers |
verkleinwoord | zedenslachtoffertje | zedenslachtoffertjes |
Zelfstandig naamwoord
het zedenslachtoffer o
- slachtoffer van een zedendelict
Gangbaarheid
- Het woord 'zedenslachtoffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.