zede
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ze·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zede | zeden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- een van de verzameling gebruiken en normen die een bepaalde groep mensen als juist en wenselijk aanvaardt, vaak op seksueel gebied
- Dat is hier de zede niet.
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zede" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "zede" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zede op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be