zaten aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ten aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneenzitten

zaten (...) aaneen

  1. meervoud verleden tijd van aaneenzitten
    • Wij zaten aaneen. 
    • Jullie zaten aaneen. 
    • Zij zaten aaneen. 

Gangbaarheid