Naar inhoud springen

zakcomputer

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 03:21 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·com·pu·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakcomputer zakcomputers
verkleinwoord zakcomputertje zakcomputertjes

Zelfstandig naamwoord

zakcomputer m

  1. een klein formaat computer die met een hand vast te houden is
    • De zakcomputer past in mijn binnenzak. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be