zakbijbel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·bij·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zak en bijbel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakbijbel | zakbijbels |
verkleinwoord | zakbijbeltje | zakbijbeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de zakbijbel m
- een klein formaat bijbel om bij zich te dragen
- De zakbijbel paste in mijn binnenzak.
Gangbaarheid
- Het woord zakbijbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.