zak in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzakken |
zak (…) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzakken
- Ik zak in.
- gebiedende wijs van inzakken
- Zak in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzakken
- Zak je in?
Gangbaarheid
- Het woord zak in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.