zaagden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaagden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzaɣdə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zaag·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afzagen |
zaagden (…) af
- meervoud verleden tijd van afzagen
- Wij zaagden af.
- Jullie zaagden af.
- Zij zaagden af.
- Wij zaagden af.
Gangbaarheid
- Het woord zaagden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.