zaaddrager
Uiterlijk
- Geluid: zaaddrager (hulp, bestand)
- zaad·dra·ger
- samenstelling van zaad en drager
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaaddrager | zaaddragers |
verkleinwoord | zaaddragertje | zaaddragertjes |
zaaddrager m
- een plant die speciaal vanwege het zaad wordt gekweekt
- Die plant is een zaaddrager en het zaad wordt begin oktober gezaaid.
- (plantkunde) een zaadlijst, het deel van het vruchtbeginsel van een plant waar de zaden aan vast zitten
- De zaaddrager van de plant was nog niet goed ontwikkeld.
- Het woord zaaddrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.