wooncarrière
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woon·car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wooncarrière | wooncarrières |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de ontwikkeling van opeenvolgende woningen waarin iemand gedurende diens leven woont