woekert aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woe·kert aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanwoekeren

woekert (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwoekeren
    • Jij woekert aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwoekeren
    • Hij woekert aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanwoekeren
    • Woekert aan! 

Gangbaarheid