witgeverfd

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·ge·verfd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen witgeverfd
verbogen witgeverfde
partitief witgeverfds

Bijvoeglijk naamwoord

witgeverfd

  1. met verf witgemaakt
     Na bijna twee jaar is de Brusselse gemeente Sint-Gillis zijn penismuur kwijt. Onbekenden hebben de enorme afbeelding van een mannelijk lid witgeverfd.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 april 2024 Weblink bron “Belgische penismuur na twee jaar overgeschilderd” (Vrijdag 6 juli 2018, 10:28), NOS