wip binnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wip bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnenwippen

wip (...) binnen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen
    • Ik wip binnen. 
  2. gebiedende wijs van binnenwippen
    • Wip binnen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen
    • Wip je binnen? 

Gangbaarheid