binnenwippen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·wip·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

binnenwippen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenwippen
wipte binnen
binnengewipt
zwak -t volledig
  1. op een informele wijze ergens een kort bezoekje afleggen
     Even binnenwippen bij een ambtenaar in het gemeentehuis is een moeilijke zaak. De 'veiligheidsmaatregelen' bezorgen de raadsleden het gevoel dat het makkelijker is om opheldering te vragen via schriftelijke vragen.[1]
     "Bij diploma-uitreikingen en jubilea, dan is de burgemeester er altijd. Daar maakt hij tijd voor vrij", zegt brandweercommandant Jan Harbers. "Soms komt hij 's avonds even binnenwippen in de kazerne, gewoon om een praatje te maken. Dat toont aan dat hij de brandweer onder zijn hart draagt. Bort Koelwijn is echt een mens in zijn functie."[2]
     ,,Ik woon ver weg in Sydney, dus ik kan af en toe even binnenwippen in de filmwereld en weer ontsnappen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “Dure vragen niet meer nodig met vrije toegang tot gemeentehuis” (26-01-2008), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “'Koelewijn, wat maak-ie mie nô!'” (14-06-2009), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron
    15-10-15
    “Mia Wasikowska: Ik heb een hekel aan slappe vrouwen” (Tisha Eetgerink), Tubantia