wiebelpensioen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wie·bel·pen·si·oen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wiebelpensioen | wiebelpensioenen |
verkleinwoord | wiebelpensioentje | wiebelpensioentjes |
Zelfstandig naamwoord
het wiebelpensioen o
- een pensioen dat niet waardevast is, maar afhankelijk is van de hoogte van rendementen op de beleggingen en investeringen van pensioenfondsen