werplans
Uiterlijk
- werp·lans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werplans | werplansen |
verkleinwoord |
- speer of spies die men met de hand werpt
- Het woord werplans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werplans" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be