wener
Niet te verwarren met: Wener |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·ner
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling wenen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wener | weners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wener m
- iemand die veel huilt
- iemand die betaald krijgt om te weeklagen bij een dode
- soort konijn
Gangbaarheid
- Het woord wener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wener" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be