welzalig
Uiterlijk
- wel·za·lig
- samenstelling van wel bw en zalig bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | welzalig |
verbogen | welzalige |
partitief | welzaligs |
welzalig [1]
- zeer gelukkig vooral in religieus opzicht
- Het woord welzalig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welzalig" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ds. J. M. Molenaar: Babel en Sion tegenover elkaar in Psalm 137” (08-04-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Ds. Holland bood zichzelf aan bij razzia Putten om wegvoering te voorkomen” (Brink 30-09-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be