zegenrijk
Uiterlijk
- ze·gen·rijk
- samenstelling van zegen en rijk
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | zegenrijk | zegenrijker | zegenrijkst |
| verbogen | zegenrijke | zegenrijkere | zegenrijkste |
| partitief | zegenrijks | zegenrijkers | - |
zegenrijk
- voorspoed veroorzakend
- Het woord zegenrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.