weifelachtig
Uiterlijk
- wei·fel·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weifelachtig | weifelachtiger | weifelachtigst |
verbogen | weifelachtige | weifelachtigere | weifelachtigste |
partitief | weifelachtigs | weifelachtigers | - |
weifelachtig [1]
- besluiteloos, aarzelend, onzeker
- de toezichthouder was weer erg weifelachtig
- Het woord weifelachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.