Naar inhoud springen

besluiteloos

Uit WikiWoordenboek
  • be·slui·te·loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besluiteloosbesluitelozerbesluiteloost
verbogen besluitelozebesluitelozerebesluitelooste
partitief besluiteloosbesluitelozers-

besluiteloos

  1. niet in staat een besluit te nemen en daardoor inactief
    • De besluiteloze houding van het bestuur leidde tot de ondergang van het bedrijf. 
    • De vijf Roodhoofden keken elkaar bevreemd aan. Zij wisten niets van de toestand in de stad. Alle vijf hadden ze drie weken doorgebracht aan de Grote Aqua en veel boodschappers kwamen er die kant niet op. Ze bleven besluiteloos staan. Het was stil, ijzig en angstwekkend stil.[1] 
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 94
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be