wast uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wast uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitwassen |
wast (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen
- Jij wast uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen
- Hij wast uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwassen
- Wast uit!
Gangbaarheid
- Het woord wast uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.