wasgoed
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- was·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van was en goed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wasgoed | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wasgoed o
- textiel dat net gewassen is of nog moet worden gewassen.
Gangbaarheid
- Het woord wasgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wasgoed" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be