wakkeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wak·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
wakkeren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wakkeren |
wakkerde |
gewakkerd |
zwak -d | volledig |
- sterker, krachtiger worden
- wakker maken, wakker houden
Synoniemen
- [1] aanwakkeren, opsteken
- [2] ontwaken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'wakkeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wakkeren" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ wakkeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 77 %
- Prevalentie Vlaanderen 65 %