wagenbak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·gen·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wagen zn en bak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wagenbak | wagenbakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- laadruimte van of in een wagen
- ▸ Venus was al boven de tak uitgekomen en de wagenbak van de Grote Beer was met zijn boom al duidelijk zichtbaar aan de donkerblauwe hemel, maar nog altijd bleef hij wachten.[2]
Vertalingen
1. laadruimte van of in een wagen
Gangbaarheid
- Het woord wagenbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.