wafelbeker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wafelbeker    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwafəlˌbekər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• wa·fel·be·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wafel zn  en  beker zn , vanwege het patroon dat aan een wafel doet denken

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wafelbeker	wafelbekers
verkleinwoord	wafelbekertje	wafelbekertjes

Zelfstandig naamwoord

de wafelbeker m

1. (huishouden) drinkgerei van glas met aan de buitenkant een regelmatig rooster van haaks op elkaar aangebrachte inkepingen

   ▸ Het grootste deel van het glaswerk uit de beerputten bestaat uit goedkoop, alledaags glaswerk. Dit zijn roemers, bekers, zoals wafelbekers, en flessen.

2. (voeding) kuipje van dun, maar stevig gebak zoals dat wordt gebruikt bij de straatverkoop van consumptie-ijs
   In deze betekenis wordt vaak het verkleinwoord "wafelbekertje" gebruikt.

   ▸ Kies de meest verleidelijke smaak en neem het in een beker, kegel, wafelbeker, of verander het in een broodje ijs.

• 
  1. Een wafelbeker die rond 1600 in Duitsland is gemaakt.
• 
  2. Een wafelbeker met smeltend chocolade-ijs.

Gangbaarheid

• Het woord 'wafelbeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.