waarschuwend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  waarschuwend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• waar·schu·wend

Werkwoord

vervoeging van:	waarschuwen
verbogen vorm:	waarschuwende

waarschuwend

1. onvoltooid deelwoord van waarschuwen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	waarschuwend	waarschuwender	waarschuwendst
verbogen	waarschuwende	waarschuwendere	waarschuwendste
partitief	waarschuwends	waarschuwenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

waarschuwend

1. wijzend op een gevaar of nadeel

   • Deze maatregel is een van de manieren waarop Blokhuis hoopt het roken minder aantrekkelijk te maken en het bewustzijn van de schadelijkheid van roken te vergroten. Op de pakjes mag naast de gebruikelijke waarschuwende teksten en foto’s alleen nog de naam van de fabrikant staan en informatie over de soort sigaret.  
   • ,,Het is geen geld. Er wordt nauwelijks meebetaald en de cryptomunten zijn niet algemeen geaccepteerd”, benadrukt de zegsman. De waakhond heeft zich al vaker in waarschuwende zin uitgelaten over de cryptomunten.  

   ▸ Het was zo'n onschuldige opmerking dat van iedereen in de kamer alleen Oscar en Ingeborg onraad vermoedden en elkaar snel een waarschuwende blik toewierpen.

Synoniemen

• vermanend

Vertalingen

    1. wijzend op een gevaar of nadeel   

Engels: warning (en), premonitory (en)

Gangbaarheid

• Het woord waarschuwend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.