vulture
Uiterlijk
- Geluid: vulture (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈvʌlt͡ʃɚ/
- via Middelengels vulture, Anglo-Normandisch vultur en Oudfrans voutoir / voutre van Latijn vultur / voltur
enkelvoud | meervoud |
---|---|
vulture | vultures |
vulture
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to vulture |
he/she/it | vultures |
verleden tijd | vultured |
voltooid deelwoord |
vultured |
onvoltooid deelwoord |
vulturing |
gebiedende wijs | vulture |
vulture
- onovergankelijk rondcirkelen, zich voortdurend rond een doelwit bewegen (zoals een gier boven een mogelijke prooi rondvliegt)
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "vulture" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Havikachtigen in het Engels
- Vogels in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Prevalentie Verenigde Staten 99 %
- Prevalentie Verenigd Koninkrijk 99 %