vrouwensport
![]() |
Nederlands
[[afbeelding: |thumb|]]
Uitspraak
Woordafbreking
- vrou·wen·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrouwensport | vrouwensporten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
-
- ▸ 'Zou Dolle Mina zich niet wat meer met de vrouwensport moeten bemoeien?' vroeg een journalist van de Leeuwarder Courant zich af.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord vrouwensport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jessica Merkens“Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers
, ISBN 9789026360930