vrije-uitloopouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrije-uit·loop·ou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrije-uitloopouder | vrije-uitloopouders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vrije-uitloopouder m
- een ouder die zijn kinderen zonder begeleiding buiten laat spelen of van en naar school laat gaan
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vrije-uitloopouder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.