vreemdelingschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vreem·de·ling·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van vreemdeling met het achtervoegsel -schap[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vreemdelingschap | vreemdelingschappen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vreemdelingschap v
- het vreemdeling zijn
Gangbaarheid
- Het woord vreemdelingschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.