Naar inhoud springen

vouwt ineen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vouwt in·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ineenvouwen

vouwt (...) ineen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ineenvouwen
    • Jij vouwt ineen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ineenvouwen
    • Hij vouwt ineen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ineenvouwen
    • Vouwt ineen! 

Gangbaarheid