vormend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vor·mend

Werkwoord

vervoeging van: vormen
verbogen vorm: vormende

vormend

  1. onvoltooid deelwoord van vormen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vormend vormender vormendst
verbogen vormende vormendere vormendste
partitief vormends vormenders -

Bijvoeglijk naamwoord

vormend

  1. bezig met iets te maken
  2. van iets dat het belangrijk is voor de ontwikkeling van iemand
    • De verhalen van zijn vader over diens werkloosheid hebben een vormende rol gespeeld in het verdere leven van Wim Kok. [1] 
    • Voormalig atleet Lundvik – hij legde de 100 meter ooit ruim binnen de 11 seconden af – werd geboren in Londen. Daar werd hij geadopteerd door Zweedse expats die na zes terug verhuisden naar Zweden, waar hij de enige zwarte jongen op school bleek. “Een vormende periode,’’ zegt hij daarover. “In Londen was iedereen anders. In Zweden was ik ineens een uitzondering.’’ [2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia Jan Hoedeman 20-10-18, Wim Kok was premier van alle Nederlanders
  2. Tubantia Stefan Raatgever 18 mei. 2019 Zij kunnen Duncans feestje nog verstieren
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be