voorbijdrijven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bij·drij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voorbij bw en drijven ww
Werkwoord
voorbijdrijven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijdrijven |
dreef voorbij |
voorbijgedreven |
klasse 1 | volledig |
- iets of iemand drijvend passeren
- «— Uwe bruid... benje gek, Wouter... je bruid?...
— Ja, dat wàs ze... maar nu niet meer... ik wou 'r helpen, en dreef daarheen... toen kwam 'r 'n eend... maar, Leentje, dat is de zaak niet... ik begrijp nu alles... sjt!... ik ben voorbijgedreven... sjt!...
— Wie... waar... wàt benje voorbijgedreven?[1]»
- «— Uwe bruid... benje gek, Wouter... je bruid?...
Gangbaarheid
- Het woord voorbijdrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.