voorbeschikking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·schik·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van voorbeschikken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorbeschikking | voorbeschikkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de voorbeschikking v
- het voorbeschikt zijn
- tevoren vaststaand lot
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord voorbeschikking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.