voegde toe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voeg·de toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toevoegen

voegde toe

  1. enkelvoud verleden tijd van toevoegen
    • Ik voegde toe. 
    • Jij voegde toe. 
    • Hij, zij, het voegde toe. 


Gangbaarheid