vloei weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vloei weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegvloeien |
vloei (…) weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien
- Ik vloei weg.
- gebiedende wijs van wegvloeien
- Vloei weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvloeien
- Vloei je weg?
Gangbaarheid
- Het woord vloei weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.