virusepidemie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·rus·epi·de·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | virusepidemie | virusepidemieën virusepidemies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de virusepidemie v
- (medisch) een epidemie waarbij een virus zich snel verspreidt onder een grote groep van mensen
- De virusepidemie zorgde van duizenden doden.