viel tegen
Uiterlijk
- Geluid: viel tegen (hulp, bestand)
- viel te·gen
vervoeging van |
---|
tegenvallen |
viel tegen
- enkelvoud verleden tijd van tegenvallen
- Ik viel tegen.
- Jij viel tegen.
- Hij, zij, het viel tegen.
- Ik viel tegen.
- Het woord viel tegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.